Het commerciële levenspad van een kleine zelfstandige winkelier is zelden geëffend of gebaand. Elke dag doen zich situaties voor welke niet zijn voorzien. Vaak betreft het relatief kleine aangelegenheden maar soms gaat het over zaken met een groter belang. Recent kregen we van doen met een omgevallen stelling waardoor een bezoekster ernstig lichamelijk letsel heeft opgelopen. Een assurantiebericht over aansprakelijkheid volgde al heel snel. Eveneens vrij kort geleden bood een naaste buur van de winkel zijn achtertuin met garage te koop aan. En nee, de vraagprijs had niet de kenmerken van een weggeefprijs.

Het zijn met name dit soort situaties waarbij je ervaart dat het prettig is om een adviseur achter de hand te hebben. Een volwassen iemand met een zakelijke instelling en met kennis van de winkel. Een communicatief vaardige persoon welke helemaal is begaan met het wel en wee van de winkel. En van de winkelier. Hij heeft geen emotionele betrokkenheid maar wel een objectieve blik. Hij is superkundig in zijn vakgebied, gemakkelijk benaderbaar en altijd bereid tot sparren. Ook draagt hij zorg voor een beperkte afdracht aan minister Hoekstra. Zulke dienstverleners zijn goud waard. Behalve dan die twaalf keer per jaar dat zijn logo-envelopje in de bus valt.

Bij een van onze laatste ontmoetingen heb ik me na de bespreking bijzonder bezwaard gevoeld. Ik had een afspraak bij de accountant op zijn kantoor, samen met Jolanda, mijn vijftig procent vennoot waar ik alle lief en leed mee deel maar die serieus het verschil niet weet tussen een schroevendraaier en een beitel. De binnenkant van de winkel ziet zij slechts enkele keren per jaar maar backoffice is zij een sturende waarde en ook regelmatig contactpersoon richting het accountantskantoor.

Een van de bespreekpunten was een voorgenomen verbouwing van de winkel.

In bouwkundig opzicht was het oppimpplan niet spectaculair maar gekoppeld aan een remodeling en een restyling ging het toch over een serieuze begroting. Als bedenker van het plan vond ik de investering een natuurlijke vanzelfsprekendheid. Echter: de andere helft van de aandeelhouders was minder enthousiast: ‘zoveel kosten op onze leeftijd . . . . , etc.’

Omdat de stap naar de toekomst niet mogelijk is zonder ingrepen (Ad) en omdat de toekomst weinig zekerheden biedt (Jolanda) hebben we ons dilemma voorgelegd aan de accountant. En juist dit laatste hadden we niet moeten doen. Als het ware hebben we onze boekhouder gevraagd om plaats te nemen op de stoel van het echtpaar voor het vellen van een Salomonsoordeel. Hiermee hebben we de beste man onevenredig zwaar belast. Onredelijk ook. Reeds tijdens het gesprek kwamen we beide tot dit inzicht en hebben we de situatie gered door duidelijk te stellen dat we de besluitvorming mee naar huis nemen.

We koesteren onze sparringpartner maar hebben leerzaam ervaren dat het niet kies is om onnadenkend alle problemen op zijn bordje te gooien. De relatie is gered. De relatie met Jolanda trouwens ook; medio 2018 begint onze winkel aan haar tweede jeugd.