Bijna zes uur lang bestreden franchisenemer Bourrelier Group en franchisenemer Intergamma elkaar donderdag in de rechtszaal van de Ondernemingskamer. Een hele batterij top-advocaten, veel franchisenemers, de raad van commissarissen en bijna de hele Intergamma-, Gamma- en Karwei-directie waren getuige van een welles-nietes-spel van jewelste. Uitslag: over zes weken.

“Ik ga het woord fraude niet in mijn mond nemen”, zei de advocaat van Bourrelier Group (BG). Maar “sjoemelen’ durfde hij de handelwijze van Intergamma wel meermaals te noemen. ‘Grabbelen in een pot met inkoopbonussen’ die volgens hem aan de franchisenemers doorbetaald zouden moeten worden.

Grabbelen uit bonuspot

In de praktijk bleek Intergamma bijzondere kosten als die voor de webshop en voor de nieuwe strategie uit de inkoopbonussen te betalen. En daarna ook nog maximaal 12% rendement op eigen vermogen van de inkoopbonussen aftrok. Van die 12% werd een derde toegevoegd aan het eigen vermogen en tweederde uitbetaald als dividend aan aandeelhouders. Wat er vervolgens overbleef van die bonussen ging pas naar de franchisenemers. Terwijl de franchisenemers volgens BG degene zijn aan wie die bonussen te danken zijn en aan wie ze volledig toe zouden moeten komen.

BG rekende in de rechtszaal zelfs met winst- en verliesrekeningen zonder die bonussen om te stellen dat Intergamma de laatste jaren operationeel verlies maakte. Bovendien suggereerde BG zelfs dat Intergamma wel eens gespaard zou kunnen hebben uit de inkoopbonus-pot om de overname van Guinness mee te kunnen financieren.

Ventiel op rendement

Intergamma wijst die beschuldigingen pertinent van de hand. Volgens haar – en de meerderheid van de franchisenemers/aandeelhouders –  is het algemeen bekend bij aandeelhouders en franchisenemers dat zij voor bijzondere kosten als die van de webshop en de strategie-ontwkikkeling niet de franchisefee verhoogde maar - deels - inkoopbonussen gebruikt. “Hoe geloofwaardig ben je als je denkt dat Intergamma zoiets als een webshop uit de franchisefee kan betalen?”, wierp een franchisenemer BG voor de voeten om duidelijk te maken hoe onwaarschijnlijk hij het vond dat BG nu pas zag hoe Intergamma al jaren met de inkoopbonussen omging.

Mediation?

De rechter hoorde de welles-nietes-discussie bijna zes uren aan en hamerde toen af. UItspraak binnen zes weken.