De gesprekken over een nieuwe CAO voor de bouwmaterialenhandel verlopen stroef. Werkgevers zien geen ruimte voor een structurele loonsverhoging, vakbond FNV vindt dat onacceptabel.

Inmiddels is er sprake van een vervolggesprek in september. Werkgevers waarderen de inzet van alle werknemers maar zien geen ruimte voor een loonsverhoging.

Dat maken ze duidelijk in een statement op de website van Branchevereniging Hibin:

"De werkgevers in de bouwmaterialengroothandel hebben waardering voor de inzet van werknemers gedurende de coronacrisis. Zij hebben het mede mogelijk gemaakt dat bedrijven veilig en binnen de gestelde coronaregels open konden blijven. Daarmee hebben zij een belangrijk bijdrage geleverd aan de continuïteit van deze bedrijven. Met het hervatten van de cao-onderhandelingen zien werkgevers een mogelijkheid om die waardering om te zetten in een eenmalige uitkering voor alle werknemers. Hiermee wordt bereikt dat álle medewerkers in gelijke mate beloond worden voor hun inzet.

Ondanks de corona-uitbraak kon de bouwmaterialengroothandel in het eerste kwartaal van 2020 doordraaien op het niveau van eind 2019. Voor de rest van 2020 en vermoedelijk ook (een deel van) 2021 zijn de vooruitzichten zeer onzeker. Daarom achten de werkgevers het op dit moment niet verantwoord om na te denken over structurele loonsverhoging. Er zijn weliswaar allerlei initiatieven die ertoe moeten leiden dat de bouw ook de komende periode goed door kan werken, maar er is zeker nog geen zicht op de uitwerking van die voorgenomen maatregelen, de conjuncturele effecten van de coronacrisis en de invloed daarvan op de woning- en utiliteitsbouw (zowel nieuwbouw als renovatie).

De gedachte dat de gunstige ontwikkelingen in het eerste kwartaal én het voornemen om de woningbouwproductie de komende jaren fors op te voeren, automatisch tot betere resultaten binnen de bouwmaterialengroothandel zullen leiden, is prematuur. Een hogere woningproductie zal vooral het resultaat zijn van verdergaande industrialisering (prefab), waarvan de resultaten vooral neerslaan bij de bouwmaterialenindustrie en de uitvoerende (assemblerende) bouw en slechts in beperkte mate bij de bouwmaterialengroothandel.

De werkgevers zijn zeker bereid mee te denken over structurele loonsverhoging. Dat kan vanaf het moment dat er meer is zekerheid over de (overheids)maatregelen ten aanzien van het ondersteunen van onder andere de woningrenovatie en -nieuwbouw en effecten van de coronacrisis op de economie en de bouw in het bijzonder. Onderhandelingen over de langere termijn mogen er volgens de werkgevers niet toe leiden dat werknemers nu een eenmalige uitkering ontzegd wordt en rekenen erop dat de bonden bereid zijn het overleg in september a.s. te hervatten."

De FNV vindt dat onacceptabel en vraagt haar leden een petitie in te vullen en zo duidelijk te maken dat de leden zichzelf een structurele loonsverhoging waard vinden.