INretail, Modint, EK Retail en Tuinbranche Nederland hebben samen met accountants- en adviesbureau BDO hun krachten gebundeld om de non-food sector te ondersteunen bij de voorbereidingen op de verplichte duurzaamheidsrapportages als gevolg van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). ‘Samen sterk in duurzaamheid’ is het motto waaronder ze CSRD- verplichtingen aanpakken.
Check: heb je een balanstotaal van € 25 mln, een netto-omzet van € 50 mln of meer dan 250 medewerkers? Als je voor je bedrijf op twee van deze drie vragen ‘ja’ antwoordt, dien je per 1 januari 2025 te rapporteren over duurzaamheid volgens de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Dat is vastgelegd in de CSRD, de Europese Corporate Sustainability Reporting Directive. Dat betekent dat je moet rapporteren over keten-verantwoordelijkheid, dus niet alleen je eigen organisatie maar de hele waardeketen op het brede gebied van Duurzaamheid. Niet alleen milieu, maar ook sociale thema’s, de zorg voor gemeenschappen waar je impact op hebt met je businessmodel en waardeketen én de zorg voor eerlijk zakendoen met je toeleveranciers en met je klanten.
Dat geldt althans voor de directe reikwijdte van de CSRD. Want kleine bedrijven zijn (nog) niet verplicht te voldoen aan de CSRD-eisen. Maar als ze zakendoen met een groot bedrijf dat wél moet rapporteren, krijgen ze wel degelijk vragen op dat gebied. En dus raakt CSRD heel veel partijen, direct of indirect.
Daar kwamen Inretail, Modint, EK Retail en Tuinbranche Nederland achter voordat ze besloten tot een collectieve aanpak van deze materie. “We hebben elkaar met zijn vieren op heel natuurlijke wijze gevonden”, zeggen Merel Serdijn van INretail, Mariska Schennink van EK Retail en Mirjam Geelhoed van Modint. “Ook door een overlap in onze leden. Zo kwamen we erachter dat veel van de aangesloten bedrijven wel direct onder de CSRD vallen, maar het ieder voor zich eigenlijk niet kunnen bolwerken. Met een collectieve aanpak kan dat wel en scheelt het ook nog eens veel geld – BDO werkt nu voor het collectief in plaats van als adviseur voor ieder bedrijf afzonderlijk– veel tijd en levert het ook veel meer kennis op.
“Samen sterk in duurzaamheid”, zeggen Jorrick van Heesch en Tom de Bruijn van BDO. Zij zijn ingehuurd door de vier branche-partijen om CSRD in non-food collectief op te pakken.
De eerste fase ziet toe op het bepalen van de belangrijke items op het gebied van duurzaamheid. Het gaat dan om zaken waar je als bedrijf ‘materiële’ impact hebt op je omgeving. En omgekeerd over zaken in de omgeving of waardeketen die ‘materiële’ invloed kunnen hebben op jouw bedrijf. Dat heet ‘dubbele materialiteit’. En die aandachtspunten kunnen per branche, of zelfs per onderliggende sector verschillen, legt De Bruijn uit.
“Neem een tuincentrum, daar werken ze met planten, gereedschappen, kerst decoratie, tuinmeubelen, etcetera. Die assortiments-categorieën verschillen sterk van elkaar en hebben ieder hun eigen impacts, risico’s en aandachtspunten. En dat zijn heel andere punten dan waar ze in de textiel rekening mee moeten houden. Daarom focussen we vanuit de vier brancheverenigingen op de 10 sectoren textiel, schoenen, sport & kampeer, gereedschappen, tuincentrum, tuinmeubelen & hout, keukens & badkamers, vloeren, meubelen & slapen en speelgoed.”
De samenwerking versterkt de positie van de sector als geheel, zegt Serdijn. “Het is van cruciaal belang om duurzaamheidsuitdagingen zoals CSRD gezamenlijk aan te pakken en met kennis en middelen waarde te organiseren voor ondernemingen en ook kansen voor de continuïteit van bedrijven. De sector heeft de plicht om de transitie richting duurzamere en uiteindelijk meer circulaire businessmodellen te stimuleren.” Schennink: “Samenwerking en kennisdelen was vanaf het begin ook een belangrijk doel.” Geelhoed ziet het gebeuren: “Duurzaamheidsmanagers zochten elkaar altijd al op, maar we zien nu ook veel contacten ontstaan tussen CFO’s en CEO’s op gebied van duurzaamheid. Dat kan ook makkelijk zonder concurrentiële bezwaren, want de manier van rapporteren is toch strikt gereglementeerd vanuit Europa.” Schennink: “Hoe meer partijen er meepraten, des te meer het gedragen wordt en hoe beter de rapportages worden.”
En waar zijn de bouwmarkten – verenigd in de VWDHZ – in dit verhaal? “Uh ja…”, zegt Schennink. “De bouwmarkt-sector is divers, er zijn kleine spelers die geen rapportageplicht hebben en een aantal grotere die al veel verder zijn in het proces, we staan open voor nieuwe samenwerkingen in het vervolgproces. We zien – ook in andere collectieven – voorbeelden van partijen die in de eerste fase koploper zijn en in de tweede fase waardevolle kennis inbrengen en dan tegelijkertijd profiteren van de kracht van het collectief.”
Bouwmarkten hebben trouwens een hele kluif, schatten adviseurs Van Heesch en De Bruijn in. “Zij leveren gereedschap en moeten zich bijvoorbeeld informeren over de arbeidsomstandigheden in de mijnen waar lithium wordt gedolven voor de accu’s van hun boormachines. Qua tuinmeubelen en tuinhout zouden ze kunnen aanhaken op het sector-model van de tuincentra, maar dan heb je ook nog productgroepen als bouwmaterialen en verf. En daarbovenop nog kwesties als ‘hoe reparabel zijn de artikelen voor de consument’ en ‘hoe worden ze later gerecycled’?” Alles bij elkaar kost het 12 tot 18 maanden om te komen tot Dubbele Materialisatie Analyse en een eerste rapportage, weten de mannen van BDO uit ervaring. “En dit collectief heeft deze stappen heel snel gezet.”
De grootste uitdaging daarbij is het kiezen van de items waar je op gaat focussen. “Als je breed in de markt opereert, zijn veel van de bijna 90 voorgeschreven items relevant. Maar je kunt ze niet allemaal evenveel aandacht geven. Het gaat erom onderbouwde keuzes te maken ten aanzien van duurzaamheidsrisico’s en financiële impact. Met andere woorden: Je complete toekomststrategie.” Serdijn beaamt: “Als je álles goed wil doen, creëer je een ‘papieren tijger’ die keurig in een lade belandt en streef je het doel voorbij. Want uiteindelijk willen we allemaal op een pragmatische manier bijdragen aan duurzamere bedrijfsmodellen en daar helder over rapporteren.”
Deze eerste stap van dit collectief krijgt een vervolg. INretails Merel Serdijn: Als bouwmarktketens of individuele bedrijven kun je aanhaken als je geïnteresseerd bent in een collectief project. Na het werken aan de sectorstandaarden gaan we de mogelijkheden onderzoeken voor vervolgprojecten. Bedrijven moeten onder andere aan de slag met dataverzameling en het uitvoeren van ‘due diligence’. Als branche-organisaties zien we daarnaast een enorme toegevoegde waarde in het verduidelijken van sector-definities.”
Er zijn nog geen reacties.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.
Hoogstraat 110
Postbus 11
5258 ZG Berlicum
Telefoon: +31 (0) 73 503 43 47
E-mail: redactie@mixpress.nl