Bakkers zijn Bart zat

Verslechterde exploitaties zetten de relatie tussen franchisegevers en franchisenemers makkelijk onder hoogspanning. Neem de commotie rond Bakker Bart. Volgens de franchisenemers is het hoofdkantoor erg onredelijk. De huren, die de franchisenemers moeten betalen, zijn vastgeklikt als een percentage van de omzet over een topjaar en zijn nu niet meer te betalen. Bovendien zijn de franchisenemers verplicht inkopen te doen bij het moederbedrijf. Ook daar wordt er niet geschoven met de prijzen. In de landelijke pers doen franchisenemers anoniem hun beklag. Als producten in de aanbieding zijn, zou er door de franchisenemer niet gecompenseerd worden maar moeten franchisenemers onder de inkoopprijs verkopen. Verder zouden niet-franchisenemers goedkoper kunnen inkopen bij Bart’s Retail en zouden franchisenemers elders veel goedkoper kunnen inkopen.
Naar verluidt is een op de drie winkels technisch failliet. Daarom zijn de franchisenemers het beu stapten ze naar de rechter. Hij zal de eerste zes dagvaardingen eind augustus behandelen. De franchisegever herkent zich niet in de klachten maar wil niets zeggen zolang de zaak onder rechter is (AvdP).