Een nog niet eens zo’n heel oude man vertelde me dat jongeren tegenwoordig lui zijn. Ze kunnen niks meer en dus doen ze ook niks meer zelf. Ik kan goed met de man overweg, daarom kon ik hem in zijn gezicht uitlachen. Een andere man vertrouwde me toe dat hij het zelf bouwen van zijn eerste huis als belangrijkste stap naar volwassenheid had ervaren.

Hij had leren plannen en organiseren, hij timmerde, kruide en sjouwde, en hij had stress en transpireren leren accepteren. Aan het einde van de zware rit had hij, nog ruim voor zijn dertigste, een eigen huis. Dat laatste is met het oog op een nagenoeg ontoegankelijke woningmarkt natuurlijk wel een probleem voor jongeren.

Zijn er nog bouwrijpe jongeren, twintigers die zelf klussen oppakken? Ik meen dit te moeten gaan onderzoeken in een bouwmarkt. Vandaag heeft Hornbach mijn voorkeur. Dit bedrijf lijkt vanwege hun groeicijfers namelijk permanent in een jubelstemming te verkeren en ik meen die positieve stemming in de winkels zelf terug te zien, ofschoon dat ook aan de vrolijke bedrijfskleuren kan liggen.

Na twintig minuten door de rijen dwalen, heb ik geen twintigers, maar wel dertien kinderen in de leeftijd tot twaalf jaar geteld. Een aantal ervan speelt ‘doolhofje’ en rent gillend van spanning door de lange rijen. Dit dynamische gedrag leidt tot gemopper van een oudere klant. “Ze zijn in ieder geval niet lui”, relativeer ik. Kinderen al vroeg meenemen naar de bouwmarkt getuigt van een goede opvoeding, als je het mij vraagt. De klant begint over fatsoen, waarop ik besluit verder te gaan met mijn onderzoek. Ik maak nog een ronde en zie een jongeman – vijfentwintig jaar, schat ik hem – bij de kabels op rol staan.

“Ben je aan het bouwen?” vraag ik hoopvol. Hij kijkt verrast op en schudt vervolgens zijn hoofd. “Zou ik graag doen”, antwoordt hij op mijn vraag, “maar zal nog wel even duren.” Hij wijst naar het kabelaanbod. “Mijn vader vroeg me een kabeltje te trekken over de plint, voor de nieuwe schemerlamp.” Bij mijn weten leg je een kabel over een plint en trek je een kabel door een mantelbuis, maar ik houd mijn mond. Niet zeuren over details, niet mierenneuken. Dat komt later wel. Eerst die kabel trekken. 

Edwin Timmers