Isa van der Heijden (21) heeft smaak. Het interieur van haar nieuwe Nijmeegse huis komt niet bepaald uit de catalogus van een doorsnee woonwarenhuis. Elk meubelstuk, elk decoratief object, elk kleurtje: alles is met zorg gekozen en op elkaar afgestemd. Klussen is voor haar een middel om een hoger doel – een volstrekt uniek interieur – te bereiken. In dit deel van de serie over klussers tussen de twintig en de dertig, lees je hoe zij het aanpakt.

Op de vensterbank van een raam aan de straatkant staan acht kleine beelden die elk met een roestvaststalen pin op een kunststof sokkel zijn geplaatst. Is het een kunstwerk? Nee, het is de celdeling vanaf de conceptie in acht stadia. Decennia geleden werden deze schitterend gedetailleerde objecten gebruikt tijdens biologieles. Leraren zetten ze in om visueel te maken wat er gebeurt in de dagen nadat een zaadcel contact heeft gemaakt met een eicel. Elders in de woonkamer staat een al even fraai model van een menselijke lever. Isa ziet de esthetische waarde van dergelijke objecten, ze stuit erop tijdens haar strooptochten op Marktplaats. “Daar koop ik alles,” zegt ze. “Ik koop niks nieuw.” En wat ze niet koopt, dat vindt ze tijdens het ‘schatzoeken’ in de wijk.

“Er wordt hier in de buurt veel verbouwd en dus staan er vaak sloopcontainers op straat. Na het werk, in de schemer, wandel ik mijn rondje en snuffel ik in die containers.” Ze vist er geregeld wat moois uit. “Voor een spiegel ben ik er echt ingeklommen.” Buurtbewoners zien het aan met een glimlach. Waarde is een relatief begrip.

Whisky met karakter

Voor inspiratie kijkt ze op Pinterest. De posts die haar aanspreken, slaat ze op. “Zo ontstaat een soort van moodboard, een algemene lijn.” Die lijn toont zich in de woonkamer, waarvan het interieur in balans is als een goeie whisky met een geheel eigen karakter. Isa heeft een fijne neus voor design. Met een beetje fantasie zie je haar als een gedreven decorateur schuiven met meubels, objecten en kleurstalen. Ze stopt pas als het klopt.

Jongstleden januari kreeg Isa de sleutel van deze bovenwoning, bouwjaar 1953, in de wijk Wolfskuil. Twee jaar eerder kocht ze haar eerste appartement. Sinds haar zestiende werkt ze fulltime. Zodoende had ze wat spaargeld en lag dat ‘klushuis’ van veertig vierkante meter binnen de mogelijkheden. “Het zag er niet uit! Helemaal uitgewoond en supersmerig – er hing één vettig peertje in de woonkamer.” Alles moest worden aangepakt, maar dat vond ze niet erg: ze wilde toch altijd al een eigen plekje creëren. Maar hoe te beginnen? “Het was allemaal nieuw voor mij,” geeft ze ruiterlijk toe. “Ik wist niet eens dat er verschillende wc’s bestonden!” Het grove werk besteedde ze dan ook uit aan de partner van haar werkgever. De decoratieve klussen deed ze zelf.

Twee dagen zonder water

In het nieuwe huis klust ze met haar vader. Desondanks ging de metamorfose van de sfeerloze toiletruimte niet zonder slag of stoot. Tamelijk impulsief – ze is impulsief – tikte ze samen met een vriend het systeemplafond er alvast uit en sloegen ze de hele tegelmuur aan gruzelementen. Haar vader drong aan op een iets planmatiger aanpak, aangezien deze actie veel zichtbaar maakte wat het systeemplafond aan het oog onttrok. Leidingen moesten worden omgeleid en weggewerkt. “Dat doen we even, denk ik vaak. Maar alles duurt altijd langer. Je komt dingen tegen die je niet verwacht. Uren heb ik met mijn vader naar de wc staan kijken. Hoe gaan we het aanpakken?” Ondanks de overwogen aanpak zat ze twee dagen zonder water. De waterleiding die omgeleid moest worden (en al was doorgezaagd) had een afwijkende maat. Het zoeken naar de juiste koppeling vergde extra tijd. Niettemin mag het eindresultaat er zijn: ook het toilet is nu een ruimte met een fijne sfeer, mede vanwege het rake olijfgroen, een kleur die ongetwijfeld de invloed van haar moodboard verraadt. Isa wijst op het stucwerk: “Dat had strakker gekund, maar ik vind het niet zo erg als het niet perfect is. Stucen is niet mijn vak. De tweede keer zal het beter gaan.”

Ook nu doet ze de decoratieve klussen zelf, en met veel plezier. “Als ik rond drie uur thuiskom, vraag ik me af wat ik eens zal gaan doen met de rest van de dag.” Haar blik vestigt zich op een getexte wand in woonkamer, haar spreken versnelt: “Kleur kiezen, naar de Gamma en aan de slag. Is het niet de goede kleur, dan kan het opnieuw. Met twijfel gebeurt er niks. Ik vind het ook wel leuk om in de Gamma tussen al die ruwe materialen rond te lopen, de mogelijkheden ervan te zien.” Gereedschap koopt ze er soms, zoals onlangs die kitspuit, maar eigenlijk is dat niet nodig: “Papa heeft alles.”

Een koofje eruit tikken

“Ik weet niks van gietvloeren,” bekent Isa. In de keuken wil ze zo’n vloer en ze vraagt zich af of ze dat zelf kan. Op YouTube ziet het er namelijk niet bijster moeilijk uit. Maar die filmpjes durft ze met een korreltje zout te nemen: “Moet ik het eigenlijk wel willen proberen?” Goeie vraag, die ze reeds aan enkele specialisten voorlegde. Hoe het ook zij: de keuken is het volgende project. Nu staat er een prima, doch enigszins gedateerde keuken met kastjes onder en boven, een afzuigkap en een kunststof aanrechtblad met granito-print. Ze vindt ‘m lelijk en dus moet ‘ie eruit. Via Marktplaats kocht ze onlangs een tweedehands keuken van Piet Zwart, een klassieker. “Voor slechts honderd euro,” zegt ze ingenomen. “Maar er moet dan ook nog wel veel aan gebeuren.” Daarmee zegt ze niets te veel: in ontmantelde toestand staat de kookklassieker er wat hulpeloos bij. Het ding terug in elkaar zetten en gebruiksklaar maken, wordt een flink, om niet te hoeven zeggen, een hels karwei. Het siert Isa dat ze het eindresultaat al helemaal voor zich ziet. Ze weet dat het lastiger dan verwacht gaat worden, maar ze heeft er zin in. Ze gaat het gewoon doen. “Straks tik ik dat koofje er alvast uit,” zegt ze met een knikje naar de gegranolde koof boven de afzuigkap.