Ik kreeg een tip. De Karwei hier in de buurt gaat verhuizen naar een nieuw pand een paar kilometer verderop. Het verhuizen van koopwaar schijnt nogal een gedoe, wist de tipgever. “Alles wat ze niet hoeven over te huizen is mooi meegenomen.” Daarom verwachtte hij flinke kortingen op bijvoorbeeld elektrisch handgereedschap. Interessant, dus eropaf!

Mijn schutting had de strijd tegen de wind verloren. In zijn val verpletterde hij een hortensia op stam die vorig jaar voor het eerst schitterend bloeide. De schutting deert me niet, die krijg ik wel De parkeerplaats is op één auto na verlaten, een lesauto. Een jonge knul oefent een bochtje achteruit. De praktijk is weerbarstig, maar oefening baart kunst. Ik steek een bemoedigende duim naar hem op. “Deze Karwei is verhuisd! U bent van harte welkom bij onze nieuwste Karwei,” lees ik op een enorm spandoek bij de entree. Een geoefende koopjesjager was wel op tijd geweest. Met een big smile op zijn gezicht steekt de rijinstructeur een duim naar me op als hij me aan de gesloten deur ziet rammelen. Niet voor een gat te vangen, kachel ik naar de nieuwe locatie.

Hier staan auto’s zat. De enorme voorgevel van het nieuwe pand lijkt helemaal met sjiek hout te zijn afgewerkt. In werkelijkheid zijn het isolatiepanelen met een houtprint, evengoed mooi. Enigszins zorgwekkend is het rood-witte lint dat voor de entree is gespannen. Naast de entree staat een bouwvakker te roken. Hoe ik kan zien dat die persoon een bouwvakker is? Diens kloffie verraadt haar professie. Zware werkschoenen, een ruim zittende werkbroek met een overmaat aan zakken en een lichtgewicht doorwerkjas met een logo op het linker borstpand. Ik vraag haar of de winkel al open is. “Hangt een lint voor hè,” antwoordt ze. “Dat zie ik,” reageer ik. “Maar daar kan ik gemakkelijk onderdoor.” Ze glimlacht en neemt een hijs van haar sigaret. “Klopt,” zegt ze en neemt opnieuw een hijs, waarna ze de peuk weg schiet. “Woensdag gaat het hier open.” Ik wil haar nog vragen of er dan ook koopjes zijn, maar ze is al onder het rood-witte lint door naar binnen.

Een billboard op de hoek van de parkeerplaats belooft een feestelijke opening. Verder belooft het ‘20% korting op alles’. Een koopjesjager is prijsbewust, vermoed ik. Is 20% veel? Achter het woordje ‘alles’ zweeft een klein cijfertje 1, een verwijzing naar een voetnoot, meestal gezet in kleine lettertjes. Ik ben allergisch voor kleine lettertjes. Op het billboard echter geen kleine lettertjes, slechts een doelloos zwevend cijfertje 1. Het koopjesjagen beu besluit ik dat ik pas weer iets ga kopen als ik het nodig heb. 

Edwin Timmers