Iedereen in huis klaagt over doorwaakte nachten vanwege muggenterreur. Iedereen behalve ik. Van de drie slaap­kamers hebben er slechts twee een hor voor het raam. De horren verwisselen dagelijks van kamer; wie het eerst komt, die het eerst maalt. Zolang niemand me vraagt om een nieuwe hor te maken, kom ik niet in actie. Ten eerste omdat het daarvoor te warm is en ten tweede omdat de muggen me negeren en ik het probleem dus maar moeilijk kan begrijpen. Maar waarom doet niemand een beroep op mijn klusvaardigheid? Een hor lijkt me zo gemaakt.

Tijdens de dagelijkse ontbijtdiscussie komt de aap uit de mouw: mijn lief vindt me geen aluminiumman en aangezien de horrenframes van aluminium zijn, is een beroep op mij een no-go. Een en ander betekent dat ik iets te bewijzen heb. Ik loop naar boven en bestudeer de horren. Vervolgens check ik de website van Karwei om vast te stellen dat zij de materialen in huis hebben. Krap een uur na het ontbijt loop ik de bouwmarkt in.

Op één onderdeel na is alles aanwezig in het horrenschap. Ik roep er een medewerker bij die tot dezelfde conclusie komt. “Ik kijk even in het systeem,” stelt hij behulpzaam voor. Het systeem vertelt hem dat het zakje met hoekstukken nog wel in hun Vughtse vestiging voorradig is. “Dan rijd ik meteen naar Vught,” lieg ik, want eerst ga ik bij de Praxis een paar kilometer verderop langs. De Praxis heeft horrenmateriaal van een ander, duurder merk. Ook hier hangen heel frappant de hoekstukken niet in het schap. Tja, dan toch maar naar Vught.

“Ik probeer een aluminiumman te worden, maar de winkel werkt niet mee,” zeg ik tegen mijn lief als ik de Vughtse vestiging binnenloop. Ze belde me met de vraag waar ik bleef en met de opmerking dat ze gaat shoppen. Helaas zijn ook hier de hoekstukken op. Wat nu? Opeens valt mijn oog op een onopvallend zelfbouwhorrenpakket van het stuntmerk OK. Zelf op maat te maken, vermeldt de verpakking. Precies wat ik zoek, want met hoekstukken. Bovendien een slok op een borrel goedkoper. Blij loop ik naar de kassa. Thuis ga ik meteen aan de slag.

“Strakke hor,” zegt mijn dochter als ze van het zondagse shoppen met haar moeder thuiskomt. “Zelf gemaakt?” Mijn eveneens verraste lief trekt een pint voor me open; zelf neemt ze een prosecco. “Proost!” jubelt ze. “Op de aluminiumman!” 

Edwin Timmers