Bij de Hubo langs voor een nieuwe plantenspuit, een schone. Mijn vriendin wilde een oude uit het schuurtje pakken, maar daar was ik op tegen. Ongetwijfeld zitten er nog resten werkzame stof in. Ze gebruikte die spuit om ongedierte met gif te lijf te gaan. Niet mijn idee.

We hadden ooit buxus in de tuin. De struikjes werden in ijltempo kaalgevreten door de rupsen van de buxusmot. Mijn lief bespoot het kruipend grut en bekommerde zich niet om de koolmezen die zich eraan laven. Ik trok de struikjes uit de grond en bracht ze naar de gemeentewerf. Opgelost. Ik heb het niet op die middeltjes. Mijn vader bood me keer op keer zijn anti-mos-korrels aan. Hij ergerde zich aan het mos in mijn gazon. Ik strooide de korrels niet, want of er nou mos groeit of gras, zolang een gazon groen is, vind ik het best. Mieren? Vlijtige diertjes, geen probleem. Kwestie van anders kijken. Onkruid in de voegen van de terrasverharding zie ik als versiering. Mijn vriendin zit op een ander spoor.

Deze Hubo is geen XL, maar wel een diepe. De zaak ademt het gemoedelijke van een dorp. Achterin adviseert een medewerker een jong stel op horrengebied. Ik loop het schap met lokdoosjes en andere insectenverleiders voorbij en vergaap me aan de enorme diversiteit aan HG-producten in het schap ernaast. Ik krijg de indruk dat de gemiddelde mens zijn tuin wil schoonhouden als een wc. Bij het schap met kitsoorten staat een vrouw te twijfelen, de wanhoop nabij. Ik begrijp haar. De plantenspuiten staan bij de tuinslangen. Ik kies er een van het merk Hendrik Jan, een gele, die raak je niet kwijt.

Op weg naar de kassa zie ik drie emmers met Hubo-opdruk aan het plafond hangen. Een lekkend dak, vermoed ik. De vrouw achter de kassa lacht wat zuur als ik haar vraag of de emmers daar hangen ter decoratie. Ze scant de plantenspuit en zegt dat ‘ie niet geschikt is voor zure of bijtende vloeistoffen. “Iets anders dan water komt er niet in,” reageer ik monter. “Het is voor de kat van de buurvrouw. Het beest sluipt geregeld door onze tuin en daar ergert mijn vriendin zich aan. Ze denkt dat af en toe een straal water hem wel zal leren. Maar misschien zijn korreltjes tegen katten wel effectiever. Heeft u die?” Ook dit grapje vindt ze niet leuk.

Edwin Timmers