Ondernemers, leveranciers en organisatie hielden elkaar binnen DMG te lang in de tang, aldus directeur Erwin van de Belt. “Als het moeilijk werd, keken ondernemers en leveranciers naar de organisatie. Maar als de club met een idee kwam, kreeg hij geen mandaat. De club was gewoon te pluriform. De branche vraagt echter om vooruitgang."

Van de Belt is heel vastberaden. Ook al gaat de verandering binnen DMG misschien te hard voor sommige ondernemers, of is het voor sommigen überhaupt niet de juiste richting. Hij bewaakt het tempo maar wil beslist vooruit. “Angst maakt dat je niet beweegt. Maar dat brengt niets, dat heeft het verleden bewezen. We hebben nu zo’n sterk kompas dat we daar op koersen. Ook al kost dat leden. Als we 20% van onze leden zouden verliezen, zijn dat er net zo veel als sommige andere organisaties in hun geheel tellen. Bij DMG compenseren we zo’n ledenverlies met de toegenomen dekking op de inkoop aan de achterkant. Het succes van een club als de onze wordt echt bepaald door de homogeniteit er van.”

Maar die homogeniteit geldt vooral aan de achterkant. Aan de voorkant helpen we iedereen lokaal het ‘beste restaurantje’ te worden: lokaal een sterk ondernemersmerk met een landelijk collectiemerk als uithangbord. Een andere formule – een ander geveltje - is volgens Van de Belt niet de oplossing. “Of zo, of keiharde franchise”, zegt hij. “Een tussenweg is er niet.”

Zie Van de Belts visie op de distributie in VBS

En het bericht over DMG's samenwerking aan de achterkant