Voor een emmer muurverf de deur uitgaan en met een sollicitatieformulier thuiskomen. Ik kan het uitleggen.

De tijd van vettige kinderhandjes die wanden smoezelig maken is voorbij. De oudste twee zijn het huis uit en hebben bovendien geleerd de leuning in plaats van de muur te gebruiken bij het afdalen van de trap. Mijn partner achtte de tijd dus rijp voor effen gekleurde muren in het trappenhuis. Op een gure zaterdagmiddag toog ik naar de bouwmarkt.
Zonder uitzondering zijn bouwmarkten groot. Alsof alle nog te bouwen huizen er alvast in onderdelen zijn opgeslagen, zo groot. Navenant zijn de logo’s op de voorgevel. Niet eerder zag ik dat het logo van deze zaak een stukje van de letter W mist. Het logo is in aanbouw, oftewel: de klus zit in het beeldmerk. Heel subtiel. Ook groot is trouwens het spandoek waarop hulpkrachten (m/v) worden gevraagd. Meteen denk ik aan mijn zoon. Zo’n vader ben ik.
Als je ze niet nodig hebt, zie je het personeel niet. Heb je ze wel nodig, dan staan ze opeens voor je. De jongeman in bedrijfstenue schrikt een beetje van mijn vraag hoe het is om hier te werken. “Het is voor mijn zoon,” vul ik snel aan. Hierop vertelt hij honderduit. “Van alle vaste krachten hier werk ik er het kortst. En toch heb ik al elf dienstjaren op de teller.” Bij de balie kan ik een sollicitatieformulier voor mijn zoon krijgen.
Met elf jaar ervaring mag de jongeman zich een allrounder noemen. Hoewel hij bezig is met het lossen van een karretje hout, wil hij me graag helpen met de keuze van mijn muurverf. “Als de klant iets vraagt, gaat die voor.” In de verfgang besef ik dat de wens van mijn partner – ‘het wit eraf’ – een vage kleuraanduiding is. “Misschien bedoelt ze gebroken wit,” probeert de jongeman. “RAL 9010.”
Even later sta ik met een vuistvol kleurstroken bij de balie. “Kan ik u ergens mee helpen,” vraagt de vrouw erachter. Ze fronst haar wenkbrauwen als ik haar om een sollicitatieformulier voor mijn zoon verzoek. “Zal ‘ie blij mee zijn,” zegt ze bij het overhandigen van het document.
Voordat ik de winkel verlaat weet ik dat ze al 25 jaar bij deze keten werkt en dat ze ooit een collega van mijn zwager was. Ik moet hem de groeten doen. Mijn telefoon trilt. Een appje van mijn zoon. Hij heeft zojuist een werk verkocht voor een mooie prijs. Hij schildert, kunst.  

Edwin Timmers