De route naar een emissieloze bouwsector is het uiteindelijke doel, maar om daar te komen, is intensieve samenwerking tussen aannemers, bouwgroothandelaren en de transportsector noodzakelijk. Die conclusie trok Paul van der Linde, clustermanager Bouw van Transport en Logistiek Nederland (TLN) aan het eind van bijeenkomst Samen naar Schoon en Emissieloos bouwen.
Op uitnodiging van brancheorganisaties TLN, Hibin en Bouwend Nederland waren aannemers, vertegenwoordigers vanuit de bouwmaterialenhandel en de transportsector naar de bijeenkomst tijdens de beurs Ecomobiel gekomen. “De transitie naar de schone en emissieloze bouwplaats houdt de bouw- en transportsector al enkele jaren bezig. We hebben een routekaart gemaakt hoe we naar een schone en emissieloze bouwplaats toe kunnen groeien en zo zien we dat momenteel in de gww-sector steeds meer elektrisch wordt aanbesteed”, zei Van der Linde in een korte inleiding. “Toch is die route voor ieder bedrijf een opgave. Niet alleen in de horizontale, maar ook in de verticale keten. De aannemerij, bouwmaterialenhandel en transportsector moeten het samen doen.”
Belangrijk voor het kunnen verduurzamen van de bouwlogistiek is logistieke data, zo zei Nikki Pije, senior adviseur Bouwlogistiek van aannemer Heijmans. “Om inzicht te krijgen in onze eigen CO2-footprint en daar plannen richting een duurzame toekomst op te maken, was het voor ons belangrijk om in beeld te brengen wat er wanneer naar onze bouwplaatsen komt. Dat was een grote uitdaging, maar mede in samenwerking met Topsector Logistiek hebben we met een living lab een duidelijke roadmap gemaakt.
Onder het motto verslimmen, verbeteren en verduurzamen is een supply chain portal ingericht. “De data die daarin verzameld wordt, geeft ons de mogelijkheid om een emissiemeting te doen zodat we bijvoorbeeld op het gebied van de CSRD-wetgeving kunnen rapporteren. In eerste instantie voor onszelf, maar later ook voor anderen”, aldus Pije.
De supply chain portal is uniform en toepasbaar op zowel infra- als woningbouwprojecten van Heijmans. Pije: “Het geeft inzicht waarmee we kunnen sturen op efficiency. Leveranciers en transporteur melden hun transporten zelf aan in de portal. Dat kan alleen binnen de beschikbare capaciteit op de bouwplaats zodat de transporten direct naar de juiste plek kunnen en daar ook direct gelost kunnen worden.”
Die optimale supply chain biedt Heijmans volgens Pije de kans om te bouwen aan een gezonde leefomgeving. “Het is onderdeel geworden van onze inkoopstrategie en vergt nauwe samenwerking, ook met toeleveranciers. Heijmans heeft een bold statement gemaakt. In 2030 moeten Scope 1 en 2 CO2-neutraal zijn en moet de uitstoot in Scope 3 gehalveerd zijn ten opzichte van 2019 om in 2040 ook CO2-neutraal te zijn. Een deel van die resultaten moet komen uit een efficiëntere aanlevering op de bouwplaats.”
Nikki Pije (Heijmans): “De bouwsector loopt achter bij het efficiënt maken van de logistiek en kan daarin nog veel leren van de retail”
Ambities die met de nodige scepsis werden ontvangen door een deel van het publiek. “Als we als bouw- en transportsector in dit tempo blijven doorgaan, gaat niemand de doelen van 2030 halen. De te nemen maatregelen zijn overigens ook zo ingrijpend dat het de vraag is of het wel zo snel kan als Nederland wil”, aldus een van de bezoekers. Pije benadrukte dat met enerzijds verregaande verduurzaming en efficiënte inzet van logistiek aan de andere kant wel degelijk grote stappen gezet kunnen worden.
Volgens een vertegenwoordiger van transporteur Brink XL zijn de doelstellingen wel haalbaar. “Met alleen vrachtwagens op HVO biobrandstof kan je aanzienlijk besparen op CO2 en met deze voertuigen kunnen we 2030 CO2-neutraal behalen. Wij investeren momenteel in elektrische en HVO-trucks.”
Om de verduurzaming te versnellen en optimaliseren, is Heijmans volgens Pije een grote voorstander van een IT-ketenstandaard. “Wat de voordelen van zo’n standaard zijn, is goed te zien in de retail. Heldere afspraken voor iedereen in de keten versnellen processen. De bouwsector loopt achter bij het efficiënt maken van de logistiek en kan daarin nog veel leren van de retail.”
Marleen Mensink, manager Leanworks van BMN Bouwmaterialen presenteerde vervolgens de BMN Duurzaamheidsroute met daarin een focus op slimme logistieke en just-in-time delivery. “Door toe te werken naar projectmatig werken, willen we onze bouwlogistiek zo duurzaam mogelijk inrichten. Daarbij krijgen wij onze materialen geleverd vanuit de fabrieken en deze leveren we vanuit onze vestigingen, die kunnen fungeren als bouwhub, just-in-time naar de bouwplaats. Als de bouwlocatie daarom vraagt, kunnen we een eigen aparte bouwhub inrichten waar we materialen vanuit onze vestigingen tijdelijk opslaan. Van daaruit kan het naar de bouwplaats getransporteerd worden. Ook materialen van derden die nodig zijn op de bouw, kunnen we vanuit onze bouwhub meeleveren naar het project”, zo schetste Mensink. Om de cirkel rond te maken gaan eventuele retouren, afval en restanten vanaf de bouwplaats weer naar de fabrieken en afvalverwerkers.
Na de overname van Raab Karcher ging BMN terug van twintig DC’s naar de acht die nu in bedrijf zijn. Mensink: “We zijn gaan werken met track and trace en dat is redelijk nieuw in de bouw. Daarmee hebben we actueel inzicht in transportbewegingen en kunnen we ook gericht sturen op efficiency naar en op de bouwplaats.”
John Veerman (GP Groot): “Een CO2-reductie van 50% in 2030 lukt echt alleen als we het samen doen”
Met Leanworks biedt de bouwmaterialenhandel logistieke ondersteuning, die bouwen duurzaam en efficiënt moet maken, zo zei Mensink. “Zo kunnen we op een bouwhub de benodigde bouwmaterialen tot dagproductieleveringen verwerken en deze met één levering naar de bouwplaats brengen. Daarbij kunnen de materialen door onze mensen gelost en ingehuist worden zodat de aannemer daar geen omkijken naar heeft.”
Indien gewenst kan het materiaal op de bouwplaats tot ruim 30 meter hoog afgeleverd worden op de steiger, galerij of via het raam. “Zo kunnen de bouwers door met hun werk en hoeven ze minder te sjouwen. Ook als het gaat om het scheiden van afval op de bouwplaats voor efficiënte en duurzamere verwerking, kunnen we meerdere containers plaatsen en gevuld weer ophalen. Door voor het transport van en naar de bouwplaats te kiezen voor zoveel mogelijk elektrische of waterstoftrucks en, daar waar mogelijk ook voor duurzaam watertransport, verkleinen we de CO2-uitstoot van ons transport.”
Marleen Mensink (BMN Bouwmaterialen): “Met track and trace hebben we actueel inzicht in transportbewegingen en kunnen we ook gericht sturen op efficiency”
Om die duurzaamheid en efficiency te kunnen blijven garanderen wil BMN toe naar meer vaste partners. Mensink: “Partijen in de keten waarmee we heldere afspraken maken over verdere verduurzaming van de bouw. Uiteindelijk is iedereen in de keten nodig om de klimaatdoelstellingen te halen en aan die duurzame toekomst moeten we dan ook gezamenlijk werken.”
Een stelling waarin John Veerman, operationeel manager van GP Groot zich wel kon vinden. “We hebben nogal wat afgesproken samen. Een CO2-redactie van 50% in 2030 lukt echt alleen als we het samen doen. De bouw staat daarbij voor een grote uitdaging. Losmaakbaar bouwen wordt het credo voor de komende decennia en dat vraagt een gedragsverandering.”
GP Groot is onderverdeeld in drie divisies; Advies en infrarealisatie, Inzameling en recycling en Energie. Veerman: “Verdeeld over die drie richten we ons op afvalpreventie, hergebruik van producten en materialen en duurzame energieproducten. Om losmaakbaar bouwen mogelijk te maken en om hergebruik van de materialen te stimuleren moet op de bouwplaats veel beter aan bronscheiding gedaan worden. Lijmen en kitten om materialen vast te maken belemmeren efficiënt hergebruik. Een goed afvalbeheerplan en zorgvuldige scheiding van materialen moet gewoonte worden. Dat vraagt ook wel enige creativiteit.”
Het thema van de bijeenkomst sloot naadloos aan op de visie van GP Groot ‘samen naar een circulaire en energieneutrale toekomst’. “Efficiënt transport speelt in alle divisies een belangrijke rol. Daarom maken wij ook rapportages voor onze klanten van de transporten die we uitvoeren en de verwerking van de materialen en containers die we voor ze verwerken. Die verantwoordelijkheid moeten we niet bij onderaannemers neerleggen, want met het verleggen van de verantwoordelijkheid is het niet opgelost. Het moet echt samen”, zo benadrukte Veerman.
Bijkomend obstakel vormt volgens Veerman de onzekerheid door zwalkend beleid van de overheid. “Het recent voorgestelde uitstel van de invoering van de zero-emissiezones is daar een sprekend voorbeeld van. Eerder gebeurde dat al bij de verplichte invoering van het roetfilter in 2006. Dat hoefde ineens toch niet meer. Het zorgt bij veel ondernemers voor terughoudendheid.”
Gekoppeld aan de problemen rond de netcongestie met alle beperkende gevolgen daarvan is het volgens Veerman nu vooral nog aan de ondernemers zelf om impact te maken. “Een gebrek aan laadcapaciteit houdt veel ondernemers nog tegen, bovendien zijn de investeringen fors. Mede daarom zijn wij ook begonnen met het aanbieden van duurzame energie zoals waterstof, HVO 100 en lng. Maar het zijn trajecten die tijd nodig hebben.”
Een toehoorder die namens Bouwend Nederland aanwezig was, benadrukte dat er al efficiencyvoordelen te halen zijn als ‘alle onnodige bewegingen’ uit de bouw gehaald worden. “Dat bereik je alleen door in de bouw samen te werken, zoals TLN, Bouwend Nederland en Hibin hier laten zien. Niet ieder onder eigen regie en met eigen regels, maar een gezamenlijke aanpak.”
Van der Linde sloot de bijeenkomst af met de conclusie dat er op verschillende fronten al veel positieve ontwikkelingen zichtbaar zijn. “Het gaat erom dat we gezamenlijk het probleem voelen en aanpakken.”
Er zijn nog geen reacties.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.
Hoogstraat 110
Postbus 11
5258 ZG Berlicum
Telefoon: +31 (0) 73 503 43 47
E-mail: redactie@mixpress.nl