Ik sta in mijn blote bast voor de spiegel. Het is half zes in de morgen. Ik voel me niet sexy. Dat ligt niet aan de kapotte gloeilamp boven de spiegel. ‘Bloot en tieten,’ zo omschrijft mijn schoondochter sexy. Ze gebruikt het woord alleen op spottende wijze. Om er het tegendeel mee uit te drukken. In die zin ben ik dus wel degelijk sexy.

“In de basis is ons soort winkels natuurlijk helemaal niet sexy,” zegt een bouwmarktondernemer in een artikel op MIXonline. Ik graaf in mijn geheugen. Ben ik ooit in een sexy winkel geweest? Van Dale geeft twee betekenissen voor sexy: 1. seksueel aantrekkelijk, en 2. gewild, in trek, interessant. Ik vind bouwmarkten interessant. Om de kapotte gloeilamp te vervangen door een led ga ik naar de keten van de ondernemer hierboven.

De vrouw achter de kassa draagt een hooggesloten zwart fleecejack waarop het gele bedrijfslogo in zwierige letters is aangebracht. Zwart en geel, dat draagt ook de vrouw die zich bij de kassa meldt. Haar gespierde benen en billen steken in een nauwsluitende spandex-broek, haar bovenlichaam heeft alle ruimte in een wijdvallend geel T-shirt. Ik kan er goed naar kijken – het zal mijn seksuele geaardheid zijn – maar ik houd me in. Even later passeert ze met een 24 blikken cola op een tray. Ook haar armen zijn gespierd. Cola bij een bouwmarkt?

“Zoekt u iets?” roept de medewerkster vanachter de kassa. “Tweede rij links, drie meter inlopen. Daar liggen de lampen,” legt ze me uit nadat ik gezegd heb wat ik zoek. Meteen hierop roept ze naar een andere man in de winkel. Haar toon is neutraal, niet onvriendelijk, wel duidelijk en ferm. Ze heeft het zichtvermogen van een torenvalk; vanachter de kassa ziet ze elke beweging.

Achterin de winkel staan pallets met blikken frisdrank. Een vrolijke vrouw zet 96 blikken in haar karretje en koerst ermee naar de kassa. Met een ledje in mijn hand sluit ik achter haar aan. “Ah, u heeft gevonden wat u zocht,” zegt de kassavrouw als het mijn beurt is. Ik knik en vraag haar naar de pallets frisdrank achterin. Het blijkt een lokkertje. De dure merken voor bescheiden prijzen. Zo trekken ze klanten aan. Honderden trays gaan er dagelijks over de toonbank. Vaak nemen klanten nog wat klusgerelateerde artikelen mee.

De vrouw ontdooit, haar professionaliteit maakt plaats voor aardigheid. We babbelen wat. Babbelen vind ik leuker dan winkelen. Of zij dat ook vindt, kan ik niet inschatten, maar ze heeft wel alle tijd. Misschien vind ik aardigheid wel het meest sexy. “Zoekt u iets?” hoor ik als ik de winkel uitloop.

Edwin Timmers