“Ah, u heeft de plikplantjes gevonden,” zegt de caissière tegen de man voor me. Ze bedoelt plakplintjes. Het loopt tegen sluitingstijd, na een lange werkdag wil je je wel eens verspreken. Ik heb een kruiskopschroevendraaier in mijn mandje en wacht geduldig op mijn beurt terwijl ik naar buiten kijk. Het is al donker. Vreemd eigenlijk, want ik liep de bouwmarkt binnen toen het nog licht was. De herfst staat dus voor de deur.

Als de zon nog in je hoofd zit, word je overvallen door het regenseizoen. Mijn vrouw overkomt dat niet. Na het raadplegen van weeronline stuurde ze me op pad voor een dekzeil voor de rokers. We hebben morgen een feestje en er wordt regen verwacht. Ook rokers moet je verwennen. Vuurkorfje aan en een asbak op een statafel. Regen mag hun pleziertje niet bederven, vandaar het dekzeil. Omdat een collega me vandaag nog vertelde dat zelfs dekzeilen duur zijn geworden, probeerde ik mijn vrouw haar plan uit het hoofd te praten. “Zo’n ding komt altijd van pas”, was haar repliek. Het is acht uur, waar haal ik een dekzeil? Op goed geluk rijd ik naar de Praxis, want die is nog open.

Natuurlijk heeft de Praxis dekzeilen, in drie afmetingen zelfs en de prijs valt me alleszins mee. Natuurlijk is de afmeting die ik voor ogen heb op. “Ook achter heb ik ze niet meer”, zegt een medewerker, “maar ik kan er wel een voor u bestellen.” Problemen zijn er om op te lossen; liefst een oplossing die geen cent kost. Begin deze zomer spande ik een tarp boven de lichtstraat van de aanbouw. Een oplossing die de temperatuur binnenshuis minstens vijf graden lager hield. Deze tarp kan eraf nu de herfst in aantocht is. Een tarp houdt naast zon ook regen tegen. Rokers blij. Tevreden gooi ik een kruiskopschroevendraaier in mijn mandje. Het lukt me gewoon niet om een bouwmarkt met lege handen te verlaten.

Op de parkeerplaats zie ik de man van de plikplantjes verwoed pogen het busseltje plakplintjes in zijn Smart te krijgen. Omdat ik in een oplossingsgerichte modus sta, stel ik hem voor om de plakplintjes doormidden te breken. “Dan plakt u ze thuis weer aan elkaar”, opper ik vrolijk. Hij kan er wel om lachen, maar slaat mijn advies in de wind. Met een vervaarlijk wapperende staart van plakplintjes uit de achterkant van zijn Smart verlaat hij de parkeerplaats. 

Edwin Timmers